Muziekonderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen

“Ik heb een hoogbegaafde leerling in de klas die niet mee wil doen met de muziekles. Hoe zorg ik ervoor dat deze leerling toch meedoet?”

Lous van der Mijl

Regelmatig hoor en lees ik dit soort vragen. Logische vragen, want (hoog)begaafde leerlingen zijn anders, denken anders en voelen anders dan de gemiddelde leerling. Als vakleerkracht Muziek en moeder van twee hoogbegaafde kinderen vond ik het jammer dat er geen boek bestond over muziekonderwijs aan deze doelgroep.

Over het geven van muziekles aan kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking zijn namelijk wel boeken geschreven. En dat is prachtig, want door deze leerlingen aan te spreken op hun (denk)niveau zijn ze veel meer betrokken bij de muziekles. Ik besloot daarom de opleiding specialist hoogbegaafdheid te volgen om, naast mijn persoonlijke kennis en ervaring, vooral meer te leren over het ontwerpen van onderwijsproducten voor (hoog)begaafde leerlingen. Met als resultaat het boek ‘Musica!‘.

Autonomie en creativiteit

Voor (hoog)begaafde leerlingen is het belangrijk dat zij hun autonomie en creativiteit in kunnen zetten. Bij zogenaamde ‘hogere orde denkopdrachten’ (Taxonomie van Bloom) gaan deze kinderen echt ‘aan’ staan. Dat kunnen opdrachten zijn met een probleemoplossend karakter, opdrachten met een open vraagstelling of opdrachten die een beroep doen op creativiteit. Het zijn opdrachten waarin leerlingen gaan analyseren, evalueren en creëren. Geef ze bijvoorbeeld een luisteropdracht waarin ze twee verschillende muziekstukken analyseren en vervolgens zelf muziek gaan creëren. (Hoog)begaafde leerlingen vinden het meestal heerlijk om te filosoferen. Zet een stelling op het bord en geniet van hun reacties, hersenspinsels en creatieve gedachten! Zo’n stelling kan de basis zijn van je muziekles. Koppel er daarna een opdracht aan.

Balans tussen denken en voelen

Om een goede balans te creëren tussen denken en voelen is het voor deze leerlingen belangrijk om ook aandacht te besteden aan lichaamsbewustwording en psychomotoriek. Denk bijvoorbeeld aan bewegen op muziek of patronen in de muziek herkennen en deze omzetten in beweging. Al deze aspecten heb ik verwerkt in een lesboek van 20 muzieklessen. De lessen zijn onderverdeeld in vierdomeinen: Hogere orde denkopdrachten, Uit je hoofd – in je lijf, Filosoferen en Ontwerpend leren. Leerlingen maken de opdrachten in hun eigen werkboek. Voor de leerkracht is er een handleiding.

Hoewel ik het boek primair voor (hoog)begaafde leerlingen heb geschreven, is het natuurlijk niet exclusief voor deze doelgroep. Voor alle leerlingen in groep 5 t/m 8 zijn het leuke opdrachten die uitdagen om muziek te ontdekken en te creëren. Maar voor alle (hoog)begaafde leerlingen is er nu dan ook een lesboek dat echt aansluit op hun manier van denken en doen!

Over de auteur:
Lous van der Mijl is vakleerkracht Muziek, conceptontwikkelaar op het gebied van muziekonderwijs en specialist hoogbegaafdheid.