In gesprek met de leerling

In gesprek met de leerling

Wie vaak met hoogbegaafde kinderen te maken krijgt, heeft het ongetwijfeld meermaals gemerkt: een aantal van hen weet niet hoe ze moet leren. Dit breekt hen vooral op in die situaties waarin het informele, spontane leren niet langer toereikend is. Ze presteren dan ook niet zoals verwacht. 

Een goede begeleiding daagt hen zodanig uit dat ze het informele leren moeten verlaten voor het formele leren. Daarbij zijn eigenschappen als doorzettingsvermogen, zelfdiscipline en geconcentreerd kunnen werken en vaardigheden als plannen en reflecteren essentieel. Het gebrek aan vaardigheden in verband met leren leren kan leiden tot onderpresteren. Met allerlei bijkomende problemen tot gevolg. Door de kracht in zichzelf aan te spreken kunnen hoogbegaafde leerlingen (risico’s op) onderpresteren verhelpen en hun leervaardigheden ontwikkelen. En zo zijn we meteen bij de titel van het boek.

De kracht in jezelf is een onderdeel van het Model van Talentontwikkeling van de auteur. Zijn stelling is dat de kracht in de hoogbegaafde leerling enerzijds en zijn omgeving anderzijds de wijze van leren beïnvloeden, waardoor hij zijn aanleg om goed te leren kan verzilveren in hoge prestaties.

Binnen het model vertaalt de auteur deze kracht in jezelf in zeven verschillende vaardigheden:

  • kunnen doorzetten als het moeilijk is
  • fouten durven maken en hulp durven vragen
  • kunnen nadenken over hoe je een taak maakt
  • tegenslagen kunnen verwerken, kunnen omgaan met kritiek
  • gedisciplineerd en geconcentreerd kunnen werken
  • voor jezelf kunnen opkomen
  • vertrouwen hebben dat je het goed kan


Om als begeleider samen met het kind het leren leren en het onderpresteren aan te pakken, zijn er veel probleemoplossende gesprekken nodig. Jan Kuipers werkte hiervoor het pakket De kracht in jezelf uit waarmee aan de hand van denk-, praat- en opdrachtkaarten de gesprekken gevoerd kunnen worden. Sommige lezers zullen zeker parallellen met de cognitieve gedragstherapie ontdekken.

Concreet krijgt de leerling een werkboekje dat onderverdeeld is in vier hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk staat de leerling zelf centraal. In het tweede hoofdstuk komt zijn omgeving aan bod. In het derde hoofdstuk gaat de leerling op zoek naar de kracht in zichzelf. In het vierde hoofdstuk worden een aantal stappen uit de Rationeel-Emotieve-Therapie toegepast.

In het bijbehorende boek kan de begeleider bij elk werkblad lezen wat het doel is, welke werkwijze hij moet hanteren en vindt hij extra informatie (c.q. een verwijzing). Voor theoretische verdieping verwijst de auteur vaak naar het Handboek hoogbegaafdheid van Eleonoor Van Gerven.

De Kracht in jezelf is een hulpprogramma met een sterke theoretische achtergrond. Er is duidelijk zeer goed over nagedacht. Ten einde het hulpprogramma effectief te laten zijn, is het noodzakelijk dat de begeleider deze theoretische achtergrond kent en beheerst. Is dit niet het geval, dan is het niet ondenkbaar dat deze individuele, probleemoplossende gesprekken door het hoogbegaafde kind ervaren worden als het invullen van ‘alweer’ een werkboekje. En dat zou aan dit vrije unieke concept heel wat afbreuk doen.

Back to Top